Nederlandse spellen
Of je het nu Nederlands[ch] of Oud-Hollands[ch] noemt, de onderstaande spellen zijn leuk voor alle leeftijden. Voor de meeste spellen hoef je helemaal geen Nederlands te kunnen spreken, maar er zijn ook spellen die wat Nederlandse taalvaardigheid van je vragen. Maak je borst maar nat voor de TaalWorkshop: Nederlandse spellen + Spelletjesavond op 21 februari om 18uur door meer te weten te komen over de Nederlandse spellen in de teksten hieronder - in makkelijk Nederlands!
SJOELEN
Sjoelen speel je op een houten sjoelbak, met 30 houten schijven. Aan het eind van de bak zitten vier poorten, die net groot genoeg zijn voor de schijven. Aan de kant van de speler is een dwarslat gemonteerd. Je moet onder de lat door sjoelen. Het doel van het spel is om zoveel mogelijk punten te scoren, door de schijven schuivend door de poorten aan het eind van de sjoelbak te werpen.
Sjoelen is een officiële wedstrijdsport, met een eigen bond. Er worden landelijke- én wereldkampioenschappen sjoelen gespeeld.
Het woord ‘sjoelen’ komt uit het Fries. In het Engels heet het spel shuffleboard of shovelboard, hoewel shuffleboard ook de naam is van een spel dat veel op curling lijkt. Ook in België sjoelen mensen veel, en in Duitsland heet het spel Jakkolo. Het Tsjechisch heeft het Nederlandse woord overgenomen: šulbak, en ook Duitsers gebruiken ons woord Sjoelbak.
KWARTET
Kwartet is een kaartspel waarbij je moet proberen zo veel mogelijk kwartetten (vier kaarten van dezelfde categorie) te verzamelen. Een kwartetspel bestaat dan ook uit een veelvoud van vier kaarten (kwartetten).
Er zijn heel veel verschillende kwartetspellen, met verschillende thema’s. Veel bedrijven geven gratis kwartetspellen uit als promotiemateriaal. Ook bestaan er veel educatieve kwartetten, vooral voor kinderen.
In Engelstalige landen is het spel bekend als Happy families. De kaarten zijn dan gewijd aan de vader, moeder, zoon en dochter van een groot aantal fictieve gezinnen. In Duitsland en Oostenrijk is het spel ook wel bekend onder de naam Quartett of Ablegspiel, dat lijkt op de Nederlandse versie van kwartet.
SPIJKERPOEPEN
Spijkerpoepen is een oud-Hollands spel. Je hebt er veel coördinatie- en concentratievermogen voor nodig.
De materialen die je nodig hebt voor spijkerpoepen zijn: een stuk touw, een spijker en een fles, het liefst een bierflesje. De spijker wordt aan het touw vastgebonden, waarna het touw om de middel of aan de broek van de speler wordt vastgemaakt. Het doel van het spel is de spijker in de fles te krijgen. Je mag je handen niet gebruiken, je mag alleen je heupen en je benen bewegen. Dit kan leiden tot hilarische taferelen.
KOEKHAPPEN
Dit is een spel dat veel kinderen op feestjes spelen. Het is ook een populair spel op Koningsdag. De regels zijn heel simpel: je hangt een plak ontbijtkoek (of een andere zachte lekkernij) aan een touw of draad. De deelnemers moeten, zonder handen en soms zelf met een blinddoek, proberen de koek van de draad af te happen.
EZELTJE-PRIK
Ook ezeltje prik is een spel dat veel kinderen op feestjes spelen. Je krijgt een blinddoek om, en de staart van een ezel (met een prikker of punaise) in de handen. Vervolgens word je rondgedraaid totdat je gedesoriënteerd bent. Nu moet je geblinddoekt vanaf een afstand van minimaal drie passen naar de ezel toe lopen en proberen om de staart op de juiste plaats van de ezel te prikken.
Iedereen probeert om beurten de staart op de ezel te prikken. De persoon die de staart het dichtst bij de juiste plek plaatst, heeft gewonnen.
In andere landen spelen mensen ook ezeltje-prik. Het spel is waarschijnlijk uitgevonden rond 1900.
PIM-PAM-PET
Pim-pam-pet heeft kaartjes met vragen en een draaischijf met de letters van het alfabet. Je kunt het spel spelen in twee teams, of met individuele spelers. Voor elke beurt pak je een kaartje van de stapel, lees je de vraag voor en draai je aan de draaischijf. Wanneer de draaischijf uitgedraaid is, moeten je zo snel mogelijk een antwoord op de vraag geven. Het antwoord moet beginnen met de letter op de draaischijf (dus bijvoorbeeld: de vraag op het kaartje is “noem een soort broodbeleg”. De draaischijf landt op de letter H. Dan kun je antwoorden met ‘ham’, ‘hagelslag’, ‘hummus’...)
De speler of het team dat als eerste een juist antwoord geeft, krijgt het kaartje. Het spel is afgelopen als de kaartjes op zijn. De speler of het team met de meeste kaartjes is dan winnaar.
MENS ERGER JE NIET!
Mens-erger-je-niet! komt origineel uit India.
Elke speler start het spel met vier pionnen. Elke speler heeft een eigen kleur en er kunnen maximaal zes spelers meedoen. Het doel is om alle pionnen van jouw kleur naar de veilige eindbestemming te brengen, dit gebied staat aangegeven.
Maar de eindcirkel is niet zo makkelijk te behalen, want andere spelers kunnen jouw pionnen van het bord stoten en dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen. Daar kun je je behoorlijk door gaan ergeren.
Met een dobbelsteen bepaal je hoeveel stappen één van jouw pionnen naar voren mag doen. Als je 6 gooit met de dobbelsteen, mag je een nieuwe pion in het spel brengen. De speler die als eerste al zijn/haar pionnen naar de veilige eindbestemming brengt, wint.
30 SECONDS
Bij het spel 30 Seconds moet je zo snel en zo exact mogelijk begrippen omschrijven. Je teamgenoten moeten binnen 30 seconden zoveel mogelijk begrippen van jouw kaartje proberen te raden.
Bij goede antwoorden mag je een aantal stapjes vooruit op het spelbord. Het team dat het eerst bij de finish is, wint.
Ganzenbord
Ganzenbord is een bordspel met pionnen, vaak in de vorm van een gans, en dobbelstenen. Het doel is, om zo snel mogelijk bij de finish te komen. Er zijn in totaal 63 vakjes. Sommige vakjes zijn speciaal: je belandt bijvoorbeeld in de put en moet wachten tot de volgende speler je komt redden, of je gaat dood en moet weer helemaal opnieuw beginnen.
Ganzenbord bestaat al sinds de 16e eeuw. Nederlanders spelen sinds 1640 ganzenbord. Vooral adellijke kinderen speelden toen ganzenbord.