Most frequent Dutch verbs (A2-B1)

After the list of the 466 most frequent Dutch verbs that you should know at A2 level, TaalBoost is happy to present the below list of additional 637 Dutch verbs that you should be familiar with at the next proficiency level: B1.

The TaalBoost list of verbs is unique because it includes not only verbs that have irregular past forms, but also regular Dutch verbs! You will find the forms of the past tenses in the list - Simple Past singular and plural and Present Perfect. Finally, you will find the closest English translation(s) of the Dutch verbs in the last column as well.

The 5000 most frequent Dutch words are the base for the vocabulary requirements needed for the Programme I of the State Exam Dutch as a Second Language (Staatsexamen NT2 programma I). As you learn the verbs from this and the A2 list, you make sure that you are well prepared for this exam.

If you would like to exercise the meaning of the verbs, you can check out the free flashcards that TaalBoost has prepared, and start exercising your Dutch verbs on B1 level by clicking on the links below!

At TaalBoost, you can attend a Dutch language at all levels. Sign up for an engaging, interactive, teacher-guided and feedback-driven TaalBoost Dutch language course today!

VerbumImperfectum singularisImperfectum pluralisHulpverbumParticipiumEngels
Aaanbevelenbeval aanbevalen aanhebbenaanbevolento recommend
aanbrekenbrak aanbraken aanzijnaangebrokento dawn
aandringendrong aandrongen aanhebbenaangedrongento insist
aangaanging aangingen aanzijn aangegaanto concern; to enter into
aanhalenhaalde aanhaalden aanhebbenaangehaaldto quote; to tighten; to pet
aanhoudenhield aanhielden aanhebbenaangehoudento arrest; to persist
aanleggenlegde aanlegden aanhebbenaangelegdto moor; to construct
aanmoedigenmoedigde aanmoedigden aanhebbenaangemoedigdto encourage, to cheer on
aanpakkenpakte aanpakten aanhebbenaangepaktto tackle, to go at
aanrakenraakte aanraakten aanhebbenaageraaktto touch
aansprekensprak aanspraken aanhebbenaagesprokento address; to appeal
aantastentastte aantastten aanhebbenaangetastto impair; to corrode
aantonentoonde aantoonden aanhebbenaangetoondto demonstrate, to prove
aanvallenviel aanvielen aanhebbenaangevallento attack
aanvoelenvoelde aanvoelden aanhebbenaangevoeldto feel
aanvullenvulde aanvulden aanhebbenaangevuldto complement
aanwendenwendde aanwendden aanhebbenaangewendto use, to employ
achterhalenachterhaaldeachterhaaldenhebbenachterhaaldto track down
achterlatenliet achterlieten achterhebbenachtergelatento leave behind
achtervolgenachtervolgdeachtervolgdenhebbenachtervolgdto chase
ademenademdeademdenhebbengeademdto breathe
adviserenadviseerdeadviseerdenhebbengeadviseerdto advise
afbeeldenbeeldde afbeeldden afhebbenafgebeeldto depict
afbrekenbrak afbraken afhebbenafgebrokento break down; to terminate
afdoendeed afdeden afhebbenafgedaanto take off; to conclude
afgaanging afgingen afzijnafgegaanto go off; to fail
afleggenlegde aflegden afhebben hebben afgelegdto cover; to discard
afleidenleidde afleidden afhebbenafgeleidto distract; to deduct
afmakenmaakte afmaakten afhebbenafgemaaktto finish off; to kill
afschaffenschafte afschaften afhebbenafgeschaftto abolish
afsluitensloot afsloten afhebben afgeslotento shut down
afsnijdensneed afsneden afhebbenafgesnedento cut off
afspelenspeelde afspeelden afhebbenafgespeeldto play (out)
afsprekensprak afspraken afhebbenafgesprokento meet, to make an appointment
afstemmenstemde afstemden afhebbenafgestemdto align
afwachtenwachtte afwachtten afhebbenafgewachtto await
afwijkenweek afweken afhebbenafgewekento differ, to deviate
afwijzenwees afwezen afhebbenafgewezento dismiss
afzettenzette afzetten afhebbenafgezetto drop off; to turn off; to swindle; to amputate
amuserenamuseerdeamuseerdenhebbengeamuseerdto amuse
analyserenanalyseerdeanalyseerdenhebbengeanalyseerdto analyse
arresterenarresteerdearresteerdenhebbengearresteerdto arrest
arriverenarriveerdearriveerdenzijngearriveerdto arrive
Bbabbelenbabbeldebabbeldenhebbengebabbeldto chat
badenbaaddebaaddenhebbengebaadto bathe
bakkenbaktebaktenhebbengebakkento bake
barenbaardebaardenhebbengebaardto give birth
barstenbarsttebarsttenzijngebarstento burst, to crack
bedarenbedaardebedaardenzijnbedaardto calm down
bedekkenbedektebedektenhebbenbedektto cover
bedervenbedorfbedorvenhebben / zijnbedorvento spoil
bedwingenbedwongbedwongenhebbenbedwongento control
beëindigenbeïndigdebeïndigdenhebbenbeïndigdto end
begaanbegingbegingenhebbenbegaanto commit
begeleidenbegeleiddebegeleiddenhebbenbegeleidto guide
begerenbegeerdebegeerdenhebbenbegeerdto desire, to covet
begevenbegafbegavenhebbenbegevento give out; to enter
begravenbegroefbegroevenhebbenbegravento bury
begroetenbegroettebegroettenhebbenbegroetto greet
behalenbehaaldebehaaldenhebbenbehaaldto obtain
beklagenbeklaagdebeklaagdenhebbenbeklaagdto complain
bekledenbekleeddebekleeddenhebbenbekleedto coat; to occupy
beklimmenbeklombeklommenhebbenbeklommento climb
bekommerenbekommerdebekommerdenhebbenbekommerdto take care
belandenbelanddebelanddenzijnbelandto end up
belastenbelasttebelasttenhebbenbelastto burden; to tax
beledigenbeledigdebeledigdenhebbenbeledigdto offend
belemmerenbelemmerdebelemmerdenhebbenbelemmerdto hinder
belettenbelettebelettenhebbenbeletto prevent
belonenbeloondebeloondenhebbenbeloondto reward
bemerkenbemerktebemerktenhebbenbemerktto notice
bemoeienbemoeidebemoeidenhebbenbemoeidto interfere
benaderenbenaderdebenaderdenhebbenbenaderdto approach
benadrukkenbenadruktebenadruktenhebbenbenadruktto emphasise
benuttenbenuttebenuttenhebbenbenutto harness
beoefenenbeoefendebeoefendenhebbenbeoefendto practise
beogenbeoogdebeoogdenhebbenbeoogdto aim
bepleitenbepleittebepleittenhebbenbepleitto advocate
berekenenberekendeberekendenhebbenberekendto calculate
beroepenberiepberiepenhebbenberoepento invoke
berovenberoofdeberoofdenhebbenberoofdto rob
beschuldigenbeschuldigdebeschuldigdenhebbenbeschuldigdto accuse
besparenbespaardebespaardenhebbenbespaardto save, to spare
bespeurenbespeurdebespeurdenhebbenbespeurdto detect
bestellenbesteldebesteldenhebbenbesteldto order
bestemmenbestemdebestemdenzijnbestemdto allocate
bestrijdenbestreedbestredenhebbenbestredento combat
besturenbestuurdebestuurdenhebbenbestuurdto control; to drive
betogenbetoogdebetoogdenhebbenbetoogdto argue
betrappenbetraptebetraptenhebbenbetraptto bust
betredenbetradbetradenhebbenbetredento enter
betreurenbetreurdebetreurdenhebbenbetreurdto regret
betwijfelenbetwijfeldebetwijfeldenhebbenbetwijfeldto doubt
bevallenbevielbevielenzijn; hebbenbevallento give birth; to please
bevenbeefdebeefdenhebbengebeefdto tremble
bevredigenbevredigdebevredigdenhebbenbevredigdto satisfy
bevriezenbevroorbevrorenhebben / zijnbevrorento freeze
bewakenbewaaktebewaaktenhebbenbewaaktto guard
bewerkenbewerktebewerktenhebbenbewerktto edit
bewerkstelligenbewerkstelligdebewerkstelligdenhebbenbewerktstelligdto effectuate
bewonderenbewonderdebewonderdenhebbenbewonderdto admire
bewonenbewoondebewoondenhebbenbewoondto inhabit
bezettenbezettebezettenhebbenbezetto occupy
bezienbezagbezagenhebbenbeziento view
bezighoudenhield bezighielden bezighebbenbeziggehoudento keep busy; to exercise
bezwerenbezwoerbezwoerenhebbenbezworento exorcise
bijkomenkwam bijkwamen bijzijn bijgekomento recover
binnendringendrong binnendrongen binnenzijnbinnengedrongento intrude
bladerenbladerdebladerdenhebbengebladerdto browse
blaffenblafteblaftenhebbengeblaftto bark
blinkenblonkblonkenhebbengeblonkento shine
bloedenbloeddebloeddenhebbengebloedto bleed
blozenbloosdebloosdenhebbengebloosdto blush
boeienboeideboeidenhebbengeboeidto captivate
bonkenbonktebonktenhebbengebonktto bang
bonzenbonsdebonsdenhebbengebonsdto pound
borenboordeboordenhebbengeboordto drill
botsenbotstebotstenhebben / zijngebotstto collide
breienbreidebreidenhebbengebreidto knit
brommenbromdebromdenhebbengebromdto hum; to grumble
brullenbruldebruldenhebbengebruldto roar
bukkenbuktebuktenhebbengebuktto bend over
Cciterenciteerdeciteerdenhebbengeciteerdto cite
combinerencombineerdecombineerdenhebbengecombineerdto combine
concentrerenconcentreerdeconcentreerdenhebbengeconcentreerdto concentrate
concluderenconcludeerdeconcludeerdenhebbengeconcludeerdto conclude
confronterenconfronteerdeconfronteerdenhebbengeconfronteerdto confront
construerenconstrueerdeconstrueerdenhebbengeconstrueerdco construct
corrigerencorrigeerdecorrigeerdenhebbengecorrigeerdto correct
creërencreëerdecreëerdenhebbengecreëerdto create
Ddaterendateerdedateerdenhebbengedateerdto date, to time
deelnemennam deelnamen deelhebbendeelgenomento participate
definiërendefinieerdedefinieerdenhebbengedefinieerdto define
dekkendektedektenhebbengedektto cover
delvendelfde, dolfdelfden, dolvenhebbengedolvento mine
demonstrerendemonsteerdedemonstreerdenhebbengedemonstreerdto demonstrate; to protest
dempendemptedemptenhebbengedemptto mute
deugendeugdedeugdenhebbengedeugdto be good, fit
doelendoeldedoeldenhebbengedoeldto aim
dominerendomineerdedomineerdenhebbengedomineerdto dominate
donderendonderdedonderdenhebbengedonderdto thunder
doodgaanging doodgingen doodzijndoodgegaanto die
doorbrekendoorbrakdoorbrakenhebbendoorbrokento break (a cycle, a habit)
doorbrekenbrak doorbraken doorzijndoorgebrokento break through
doormakenmaakte doormaakten doorhebbendoorgemaaktto go through
doorstaandoorstonddoorstondenhebbendoorstaanto endure
dopendooptedooptenhebbengedooptto baptise; to dip
dovendoofdedoofdenhebbengedoofdto extinguish
dreunendreundedreundenhebbengedreundto thump
drogendroogdedroogdenhebbengedroogdto dry
druipendroopdropenhebbengedropento drip
duldendulddedulddenhebbengeduldto tolerate
Eergerenergerdeergerdenhebbengeërgerdto annoy
experimenterenexperimenteerdeexperimenteerdenhebbengeëxperimenteerdto experiment
Ffalenfaaldefaaldenhebbengefaaldto fail
fascinerenfascineerdefascineerdenhebbengefascineerdto fascinate
fluitenflootflotenhebbengeflotento whistle
fotgraferenfotografeerdefotografeerdenhebbengefotografeerdto photograph
fronsenfronstefronstenhebbengefronstto frown
fungerenfungeerdefungeerdenhebbengefungeerdto act, to serve
Ggadeslaansloeg gadesloegen gadehebbengadegeslagento observe
gapengaaptegaaptenhebbengegaaptto yawn
garanderengarandeerdegarandeerdenhebbengegarandeerdto guarantee
gebarengebaardegebaardenhebbengebaardto gesture
gebiedengeboodgebooddenhebbengebodento dictate
gedragengedroeggedroegenhebbengedragento behave
gehoorzamengehoorzaamdegehoordzaamdenhebbengehoorzaamdto obey
gerakengeraaktegeraaktenzijngeraaktto get, to find oneself
geruststellenstelde geruststelden gerusthebbengerustgesteldto comfort
giechelengiecheldegiecheldenhebbengegiecheldto giggle
gierengierdegierdenhebbengegierdto shriek
gillengildegildenhebbengegildto yell
glinsterenglinsterdeglinsterdenhebbengeglinsterdto glisten
gloeiengloeidegloeidenhebbengegloeidto glow
glurengluurdegluurdenhebbengegluurdto peak
golvengolfdegolfdenhebbengegolfdto wave
gravengroefgroevenhebbengegravento dig
grenzengrensdegrensdenhebbengegrensdto border
grijnzengrijnsdegrijnsdenhebbengegrijnsdto grin
grinnikengrinniktegrinniktenhebbengegrinniktto chuckle
grommengromdegromdenhebbengegromdto growl
gunnengundegundenhebbengegundto grant, to award
Hhaastenhaasttehaasttenhebbengehaastto hurry
hakenhaaktehaaktenhebbengehaaktto hook; to crochet
hakkenhaktehaktenhebbengehaktto chop
hatenhaattehaattenhebbengehaatto hate
hechtenhechttehechttenhebbengehechtto attach; to stitch up
hijgenhijgdehijgdenhebbengehijgdto pant
hijsenheeshesenhebbengehesento hoist
hinderenhinderdehinderdenhebbengehinderdto hinder
hoestenhoesttehoesttenhebbengehoestto cough
hollenholdeholdenhebbengeholdto run
huiverenhuiverdehuiverdenhebbengehuiverdto shiver
hullenhuldehuldenhebbengehuldto enfold
hurkenhurktehurktenhebbengehurktto squat
Iidentificerenidentificeerdeidentificeerdenhebbengeïdentificeerdto identify
illustrerenillustreerdeillustreerdenhebbengeïllustreerdto illustrate
implicerenimpliceerdeimpliceerdenhebbengeïmpliceerdto imply
inbrengenbracht inbrachten inhebbeningebrachtto insert
indelendeelde indeelden inhebbeningedeeldto classify
indienendiende indienden inhebben ingediendto submit
informereninformeerdeinformeerdenhebbengeïnformeerdto inform
ingrijpengreep ingrepen inhebbeningegrepento intervene
inlichtenlichtte inlichtten inhebbeningelichtto inform
inrichtenrichtte inrichtten inhebbeningerichtto decorate
inschakelenschakelde inschakelden inhebben ingeschakeldto switch on; to call in
inslaansloeg insloegen inhebben / zijningeslagento hit, to impact; to stock up; to turn into/off
inspirereninspireerdeinspireerdenhebbengeïnspireerdto inspire
installereninstalleerdeinstalleerdenhebbengeïnstalleerdto install
integrerenintegreerdeintegreerdenhebbengeïntegreerdto integrate
interpretereninterpreteerdeinterpreteerdenhebbengeïnterpreteerdto interpret
intrekkentrok iktrokken inhebben / zijn ingetrokkento move in; to revoke; to pull in
introducerenintroduceerdeintroduceerdenhebbengeïntroduceerdto introduce
invullenvulde invulden inhebbeningevuldto fill in
inzettenzette inzetten inhebbeningezetto insert; to bet
irriterenirriteerdeirriteerdenhebbengeïrriteerdto irritate
Jjankenjanktejanktenhebbengejanktto bawl
juichenjuichtejuichtenhebbengejuichtto cheer
Kkalmerenkalmeerdekalmeerdenhebbengekalmeerdto calm
kauwenkauwdekauwdenhebbengekauwdto chew
keurenkeurdekeurdenhebbengekeurdto test, to approve
klaarmakenmaakte klaarmaakten klaarhebbenklaargemaaktto prepare
klemmenklemdeklemdenhebbengeklemdto clamp
kletsenkletstekletstenhebbengekletstto chat
kleurenkleurdekleurdenhebbengekleurdto colour
klevenkleefdekleefdenhebbengekleefdto stick
knielenknieldeknieldenhebbengeknieldto kneel
knijpenkneepknepenhebbengeknepento pinch
knippenkniptekniptenhebbengekniptto cut; to clip
knipperenknipperdeknipperdenhebbengeknipperdto blink
knopenknoopteknooptenhebbengeknooptto knot, to button
koesterenkoesterdekoesterdenhebbengekoesterdto cherish
koppelenkoppeldekoppeldenhebbengekoppeldto link, to connect
krabbenkrabbeldekrabbeldenhebbengekrabbeldto scratch
krakenkraaktekraaktenhebbengekraaktto crack
kreunenkreundekreundenhebbengekreundto moan
krijsenkrijstekrijstenhebbengekrijstto scream
krimpenkrompkrompenzijngekrompento shrink
kronkelenkronkeldekronkeldenhebbengekronkeldto squirm
kruisenkruistekruistenhebben / zijngekruistto cross
kussenkustekustenhebbengekustto kiss
kwekenkweektekweektenhebbengekweektto breed, to grow, to rear
kwellenkweldekweldenhebbengekweldto torment
kwetsenkwetstekwetstenhebbengekwetstto hurt
kwijtrakenraakte kwijtraakten kwijtzijnkwijtgeraaktto lose
Lladenlaaddelaaddenhebbengeladento load
lancerenlanceerdelanceerdenhebbengelanceerdto launch
landenlanddelanddenzijngelandto land
liefhebbenhad liefhadden liefhebbenliefgehadto love
likkenlikteliktenhebbengeliktto lick
loeienloeideloeidenhebbengeloeidto moo
loerenloerdeloerdenhebbengeloerdto lurk
lokkenlokteloktenhebbengeloktto lure
loslatenliet loslieten loshebbenlosgelatento let go
losmakenmaakte losmaakten loshebben losgemaaktto loosen
lossenlostelostenhebbengelostto unload
luchtenluchtteluchttenhebbengeluchtto ventilate
Mmalenmaaldemaaldenhebbengemaald; gemalento grind
manifesterenmanifesteerdemanifesteerdenhebbengemanifesteerdto manifest
mankerenmankeerdemankeerdenhebbengemankeerdto fail, to be missing
marcherenmarcheerdemarcheerdenhebbengemarcheerdto march
meeslepensleepte meesleepten meehebbenmeegesleeptto carry away
metenmatmatenhebbengemetento measure
misleidenmisleiddemisleiddenhebbenmisleidto mislead
Nnagaanging nagingen nahebbennagegaanto check, to consider
nalatenliet nalieten nahebbennagelatento neglect; to bequeath
nastrevenstreefde nastreefden nahebbennagestreefdto pursue
neerkomenkwam neerkwamen neerzijnneergekomento come down; to amount
negerennegeerdenegeerdenhebbengenegeerdto ignore
neigenneigdeneigdenhebbengeneigdto tend
nestelennesteldenesteldenhebbengenesteldto nest
neukenneukteneuktenhebbengeneuktto fuck
nodigennodigdenodigdenhebbengenodigdto invite
noterennoteerdenoteerdenhebbengenoteerdto note
Oobserverenobserveerdeobserveerdenhebbengeobserveerdto observe
offerenofferdeofferdenhebbengeofferdto sacrifice
omgevenomgafomgavenhebbenomgevento surround, to enclose
omhelzenomhelsdeomhelsdenhebbenomhelsdto embrace
omringenomringdeomringdenhebbenomringdto surround, to circumvent
omzettenzette omzetten omhebbenomgezetto convert, to transpose
onderbrekenonderbrakonderbrakenhebbenonderbrokento lack
onderbrengenbracht onderbrachten onderhebbenondergebrachtto accomodate
onderdrukkenonderdrukteonderdruktenhebbenonderdruktto suppress
onderhoudenonderhieldonderhieldenhebbenonderhoudento maintain; to entertain
onderkennenonderkendeonderkendenhebbenonderkendto recognise
ondernemenondernamondernamenhebbenondernomento undertake
onderschattenonderschatteonderschattenhebbenonderschatto underestimate
ondersteunenondersteundeondersteundenhebbenondersteundto support
ondertekenenondertekendeondertekendenhebbenondersteundto sign
ondervindenondervondondervondenhebbenondervondento experience
ondervragenondervroegondervroegenhebbenondervraagdto interrogate
onderwerpenonderwierponderwierpenhebbenonderworpento subject
ontdoenontdeedontdedenhebbenontdaanto undo
ontgaanontgingontgingenzijnontgaanto elude
onthullenonthuldeonthuldenhebbenonthuldto reveal
ontkomenontkwamontkwamenzijnontkomento escape
ontlenenontleendeontleendenhebbenontleendto derive
ontnemenontnamontnamenhebbenontnomendeprive
ontplooienontplooideontplooidenhebbenontplooidto evolve
ontroerenontroerdeontroerdenhebbenontroerdto move (emotionally)
ontslaanontsloegontsloegen hebbenontslagento fire
ontspannenontspandeontspandenhebbenontspannento relax
onttrekkenonttrokonttrokkenhebbenonttrokkento withdraw; to extract
ontwakenontwaakteontwaaktenzijnontwaaktto awaken
ontwijkenontweekontwekenhebbenontwekento evade
ontzettenontzetteontzettenhebbenontzetto appall
oordelenoordeeldeoordeeldenhebbengeoordeeldto judge
opbergenborg opborgen ophebbenopgeborgento store
opdoendeed opdeden ophebbenopgedaanto put on; to gain
opdragendroeg opdroegen ophebbenopgedragento command; to dedicate
opdringendrong opdrongen ophebbenopgedrongento impose, to intrude
opduikendook opdoken ophebben / zijnopgedokento emerge
openbarenopenbaardeopenbaardenhebbengeopenbaardto reveal, to manifest
openstaanstond openstonden openhebbenopengestaanto be open
opererenopereerdeopereerdenhebbengeopereerdto operate
opgroeiengroeide uitgroeiden uitzijn uitgegroeidto grow up
ophangenhing ophingen ophebbenopgehangento hang
opleggenlegde oplegden ophebbenopgelegdto impose
opleidenleidde opleidden ophebbenopgeleidto educate
oplettenlette opletten ophebbenopgeletto pay attention
opluchtenluchtte opluchtten ophebbenopgeluchtto relieve
opmakenmaakte opmaakten ophebbenopgemaaktto make up
opperenopperdeopperdenhebbengeopperdto suggest
opruimenruimde opruimden ophebben opgeruimdto tidy up
opschrijvenschreef opschreven ophebbenopgeschrevento write down
opsluitensloot opsloten ophebbenopgeslotento lock up
opstekenstak opstaken ophebbenopgestokento light up; to put up
opstijgensteeg opstegen opzijnopgestegento ascend, to take off
opvangenving opvingen ophebbenopgevangento catch; to give shelter
opvattenvatte opvatten ophebbenopgevatto take, to conceive, to interpret
opvoedenvoedde opvoedden ophebbenopgevoedto raise
opvoerenvoerde opvoerden ophebbenopgevoerdto stage
opvolgenvolgde opvolgden ophebbenopgevolgdto follow, to succeed
opwekkenwekte opwekten ophebbenopgewektto induce
opwindenwond opwonden ophebbenopgewondento wind up, to excite
opzoekenzocht opzochten ophebbenopgezochtto look up, to go see
ordenenordendeordendenhebbengeordendto order
oriënterenoriënteerdeoriënteerdenhebbengeoriënteerdto orientate
overbrengenbracht overbrachten overhebbenovergebrachtto transfer
overdragendroeg overdroegen overhebbenovergedragento transmit
overdrijvenoverdreefoverdrevenhebbenoverdrevento exaggerate
overdrijvendreef overdreven overzijnovergedrevento float by
overeenkomenkwam overeenkwamen overeenhebben / zijnovereengekomento agree
overgevengaf overgaven overhebbenovergegevento throw up; to surrender
overhandigenoverhandigdeoverhandigdenhebbenoverhandigdto hand over
overheersenoverheersdeoverheersdenhebbenoverheersdto dominate
overlatenliet overlieten overhebbenovergelatento leave
overleggenoverlegdeoverlegdenhebbenoverlegdto discuss
overlevenoverleefdeoverleefdenhebbenoverleefdto survive
overleverenleverde overleverden overhebbenovergeleverdto hand down
overschrijdenoverschreedoverschredenhebbenoverschredento exceed
overslaansloeg oversloegen overhebben overgeslagento skip
overtreffenovertrofovertroffenhebbenovertroffento surpass
overvallenovervielovervielenhebbenovervallento overtake; to raid
overwinnenoverwonoverwonnenhebbenoverwonnento conquer
overzienoverzagoverzagenhebbenoverziento oversee
persenpersteperstenhebbengeperstto press
piekerenpiekerdepiekerdenhebbengepiekerdto worry
piepenpieptepieptenhebbengepieptto squeak
pikkenpiktepiktenhebbengepiktto peck; to steal
plagenplaagdeplaagdenhebbengeplaagdto tease
plakkenplakteplaktenhebbengeplaktto stick, to glue
plantenplantteplanttenhebbengeplantto plant
pleitenpleittepleittenhebbengepleitto plead
plukkenpluktepluktenhebbengepluktto pick, to pluck
poetsenpoetstepoetstenhebbengepoetstto polish
presenterenpresenteerdepresenteerdenhebbengepresenteerdto present
prijzenprijsdeprijsdenhebbengeprijsdto price
prijzenpreesprezenhebbengeprezento praise
prikkelenprikkeldeprikkeldenhebbengeprikkeldto excite, to provoke
prikkenpriktepriktenhebbengepriktto prick, to sting, to pierce
profiterenprofiteerdeprofiteerdenhebbengeprofiteerdto profit
projecterenprojecteerdeprojecteerdenhebbengeprojecteerdto project
puttenputteputtenhebbengeputto draw
Rraadplegenraadpleegderaadpleegdenhebbengeraadpleegdto consult
radenraadderaaddenhebbengeradento guess
rangschikkenrangschikterangschiktehebbengerangschiktto arrange
rapenraapteraaptenhebbengeraaptto pick up, to collect
ratelenratelderateldenhebbengerateldto rattle
razenraasderaasdenhebbengeraasdto rage; to rant
rechtvaardigenrechtvaardigderechtvaardigdenhebbenrechtvaardigdto justify
redenerenredeneerderedeneerdenhebbengeredeneerdto reason
reducerenreduceerdereduceerdenhebbengereduceerdto reduce
regerenregeerderegeerdenhebbengeregeerdto rule, to reign
registrerenregistreerderegistreerdenhebbengeregistreerdto register
rekkenrekterektenhebbengerektto stretch
remmenremderemdenhebbengeremdto brake
respecterenrespecteerderespecteerdenhebbengerespecteerdto respect
resterenresteerderesteerdenhebbengeresteerdto remain
rijpenrijpterijptenzijngerijptto ripe
rillenrilderildenhebbengerildto shiver
rinkelenrinkelderinkeldenhebbengerinkeldto ring
roeienroeideroeidenhebbengeroeidto row
roerenroerderoerdenhebbengeroerdto stir
rondlopenliep rondliepen rond hebbenrondgelopento walk around
roosterenroosterderoosterdenhebbengeroosterdto roast
ruilenruilderuildenhebbengeruildto swap, to exchange
ruimenruimderuimdenhebbengeruimdto empty; to evacuate
ruisenruisteruistenhebbengeruistto rustle
Ssamenstellenstelde samenstelden samenhebben samengesteldto put together, to compile
samenvattenvatte samenvatten samenhebbensamengevatto summarise
samenwerkenwerkte samenwerkten samenhebbensamengewerktto work together, to cooperate
schakelenschakeldeschakeldenhebbengeschakeldto switch
schattenschatteschattenhebbengeschatto assess, to estimate
scheldenscholdscholdenhebbengescholdento swear
scherenscheerde / schoorscheerden / schorenhebbengeschorento shave
schetsenschetsteschetstenhebbengeschetstto sketch
schitterenschitterdeschitterdenhebbengeschitterdto sparkle, to glitter, to shine
schokkenschokteschoktenhebbengeschoktto shock
schommelenschommeldeschommeldenhebbengeschommeldto swing, to fluctuate
schrapenschraapteschraapten hebbengeschraaptto scrape
schreienschreideschreidenhebbengeschreidto weep
schuifelenschuifeldeschuifeldenhebbengeschuifeldto shuffle
schuilenschuilde / schoolschuilden / scholenhebbengeschuildto hide; to take refuge
selecterenselecteerdeselecteerdenhebbengeselecteerdto select
serverenserveerdeserveerdenhebbengeserveerdto serve
signalerensignaleerdesignaleerdenhebbengesignaleerdto signal
sissensistesistenhebbengesistto hiss
slakenslaakteslaaktenhebbengeslaaktto heave
slenterenslenterdeslenterdenhebbengeslenterdto stroll
sleurensleurdesleurdenhebbengesleurdto drag
slingerenslingerdeslingerdenhebbengeslingerdto swing
sluipensloopslopenhebbengeslopento sneak
smekensmeektesmeektenhebbengesmeektto beg
smeltensmoltsmoltenhebben gesmoltento melt
smerensmeerdesmeerdenhebbengesmeerdto grease, to smear
smijtensmeetsmetenhebbengesmetento hurl
sneuvelensneuveldesneuveldenzijngesneuveldto fall (in action)
snuivensnoofsnovenhebbengesnovento sniff, to snort
sparenspaardespaardenhebbengespaardto save, to spare
spattenspattespattenhebbengespatto splat
spoelenspoeldespoeldenhebbengespoeldto rinse
spottenspottespottenhebbengespotto mock; to spot
spreidenspreiddespreiddenhebbengespreidto spread
spuitenspootspotenhebbengespotento spray
stakenstaaktestaaktenhebbengestaaktto strike; to cease
stamelenstameldestameldenhebbengestameldto stammer
stampenstamptestamptenhebbengestamptto stamp; to pestle
startenstarttestarttenhebben / zijngestartto start
stichtenstichttestichttenhebbengestichtto found
stikkenstiktestiktenzijngestiktto suffocate
stilstaanstond stilstonden stilhebbenstilgestaanto stand still
stimulerenstimuleerdestimuleerdenhebbengestimuleerdto stimulate
stinkenstonkstonkenhebbengestonkento stink, to smell
storenstoordestoordenhebbengestoordto disturb; to short-circit
straffenstraftestraftenhebbengestraftto punish
stralenstraaldestraaldenhebbengestraaldto radiate
strevenstreefdestreefdenhebbengestreefdto strive
stromenstroomdestroomdenhebbengestroomdto stream
strooienstrooidestrooidenhebbengestrooidto sprinkle
struikelenstruikeldestruikeldenzijngestruikeldto trip
strijdenstreedstredenhebbengestredento battle
stuitenstuittestuittenhebben / zijngestuitto bounce
suggererensuggereerdesuggereerdenhebbengesuggereerdto suggest
sussensustesustenhebbengesustto hush, to appease
Ttastentasttetasttenhebbengetastto touch
tegenhoudenhield tegenhielden tegenhebbentegengehoudento hold back
teleurstellenstelde teleurstelden teleurhebbenteleurgesteldto dissappoint
terechtkomenkwam terechtkwamen terechtzijnterechtgekomento end up, to land
terugbrengenbracht terugbrachten terughebbenteruggebrachtto return, to bring back
teruggaanging teruggingen terugzijnteruggegaanto go back
terugtrekkentrok terugtrokken terughebbenteruggetrokkento retreat, to retract
terugvindenvond terugvonden terughebbenteruggevondento find again
testentesttetesttenhebbengetestto test
teweegbrengenbracht teweegbrachten teweeghebbenteweeggebrachtto cause
tikkentiktetiktenhebbengetiktto tick, to type
tillentildetildenhebbengetildto lift
timmerentimmerdetimmerdenhebbengetimmerdto hammer
toedienendiende toedienden toehebbengediendto administer
toekennenkende toekenden toehebbentoegekendto grant
toekijkenkeek toekeken toehebbentoegekekento watch
toekomenkwam tegenkwamen tegenzijntegengekomento be due; to deserve
toeschrijvenschreef toeschreven toehebbentoegeschrevento attribute
toestaanstond toestonden toehebbentoegestaanto allow
toetsentoetstetoetstenhebbengetoetstto test
toevertrouwenvertrouwde toevertrouwden toehebbentoevertrouwdto entrust, to confide
toewijzenwees toewezen toehebbentoegewezento assign
trappentraptetraptenhebbengetraptto kick
troostentroosttetroosttenhebbengetroostto comfort
turentuurdetuurdenhebbengetuurdto peer
twijfelentwijfeldetwijfeldenhebbengetwijfeldto hesitate, to doubt
typerentypeerdetypeerdenhebbengetypeerdto typify
uitbrekenbrak uitbraken uitzijnuitgebrokento break out
uitbrengenbracht uitbrachten uithebbenuitgebrachtto publish; to utter
uitdagendaagde uitdaagden uithebbenuitgedaagdto challenge
uiteenlopenliep uiteenliepen uiteenzijnuiteengelopento diverge
uiteenzettenzette uiteenzetten uiteenhebbenuiteengezetto explain
uitgroeiengroeide uitgroeiden uitzijnuitgegroeidto grow out
uithalenhaalde uithaalden uithebbenuitgehaaldto play; to empty
uitkiezenkoos uitkozen uithebbenuitgekozento select, to pick
uitlopenliep uitliepen uitzijnuitgelopento eventuate; to run out
uitputtenputte uitputten uithebbenuitgeputto exhaust
uitroepenriep uitriepen uithebbenuitgeroepento call out, to proclaim
uitrustenrustte uitrustten uithebben / zijnuitgerustto rest; to equip
uitstellenstelde uitstelden uithebbenuitgesteldto postpone, to procrastinate
uitstrekkenstrekte uitstrekten uithebbenuitgestrektto stretch
uittrekkentrok uittrokken uithebbenuitgetrokkento take off, to pull out
uitvallenviel uitvielen uitzijnuitgevallento fall out, to shed
uitvindenvond uitvonden uithebbenuitgevondento find out, to invent
uitwerkenwerkte uitwerkten uithebbenuitgewerktto work out, to elaborate
uitzendenzond uitzonden uithebbenuitgezondento send out, to broadcast
Vvastleggenlegde vastlegden vasthebbenvastgelegdto capture
vellenveldeveldenhebbengeveldto fell
verantwoordenverantwoorddeverantwoorddenhebbenverantwoordto justify
verbeeldenverbeelddeverbeelddenhebbenverbeeldto imagine
verblijvenverbleefverblevenzijnverblevento stay
verbouwenverbouwdeverbouwdenhebbenverbouwdto grow; to remodel
verbrandenverbranddeverbranddenhebbenverbrandto burn
verbrekenverbrakverbrakenhebbenverbrokento break
verdenkenverdachtverdachtenhebbenverdachtto suspect
verdiepenverdiepteverdieptenhebbenverdieptto deepen
verdommenverdomdeverdomdenhebbenverdomdto damn
verdovenverdoofdeverdoofdenhebbenverdoofdto anaesthetize, to numb
verdragenverdroegverdroegenhebbenverdragento bear, to tolerate
verdrijvenverdreefverdrevenhebbenverdrevento expel, to eliminate
verdringenverdrongverdrongenhebbenverdrongento jostle, to displace
verdrinkenverdronkverdronkenhebben / zijnverdronkento drown
verduidelijkenverduidelijkteverduidelijktenhebbenverduidelijktto clarify
vererenvereerdevereerdenhebbenvereerdto worship
verfijnenverfijndeverfijndenhebbenverfijndto refine
vergaanvergingvergingenzijnvergaanto perish
vergenvergdevergdenhebbengevergdto require
vergevenvergafvergavenhebbenvergevento forgive; to give away
vergezellenvergezeldevergezeldenhebbenvergezeldto accompany
vergrotenvergroottevergroottenhebbenvergrootto enlarge, to augment
verheffenverhiefverhievenhebbenverhevento elevate
verhinderenverhinderdeverhinderdenhebbenverhinderdto obstruct
verjagenverjaagde / verjoegverjaagden / verjoegenhebbenverjaagdto scare away
verkennenverkendeverkendenhebbenverkendto explore
verkiezenverkoosverkozenhebbenverkozento elect
verleidenverleiddeverleiddenhebbenverleidto seduce
verlengenverlengdeverlengdenhebbenverlengdto prolong, to elongate
verlichtenverlichtteverlichttenhebbenverlichtto illuminate, to enlighten
verlopenverliepverliepenzijnverlopento expire; to lapse
verlossenverlosteverlostenhebbenverlostto redeem, to save
vermengenvermengdevermengdenhebbenvermengdto mix
vermoeienvermoeidevermoeidenhebbenvermoeidto tire
vernederenvernederdevernederdenhebbenvernederdto humiliate
vernielenvernieldevernieldenhebbenvernieldto destroy
vernieuwenvernieuwdevernieuwdenhebbenvernieuwdto renew
verontschuldigenverontschuldigdeverontschuldigdenhebbenverontschuldigdto apologise
veroordelenveroordeeldeveroordeeldenhebbenveroordeeldto judge
veroorlovenveroorloofdeveroorloofdenhebbenveroorloofdto permit
veroverenveroverdeveroverdenhebbenveroverdto conquer
verplaatsenverplaatsteverplaatstenhebbenverplaatstto move, to displace
verradenverraaddeverraaddenhebbenverradento betray
verscheurenverscheurdeverscheurdenhebbenverscheurdto tear up
verschrikkenverschrikteverschriktenhebbenverschriktto terrify
verschuivenverschoofverschovenhebbenverschovento shift
versierenversierdeversierdenhebbenversierdto decorate; to flirt
verslaanversloegversloegenhebbenverslagento defeat; to report
verstoppenverstopteverstoptenhebbenverstoptto hide; to clog
verstorenverstoordeverstoordenhebbenverstoordto disturb
verstrekkenverstrekteverstrektenhebbenverstrektto provide
verstrijkenverstreekverstrekenhebbenverstrekento pass, to elapse
verterenverteerdeverteerdenhebbenverteerdto digest
vervaardigenvervaardigdevervaardigdenhebbenvervaardigdto manufacture
vervallenvervielvervielenzijnvervallento expire; to decay
vervenverfdeverfdenhebbengeverfdto paint, to dye
vervoerenvervoerdevervoerdenhebbenvervoerdto transport, to convey
verwaarlozenverwaarloosdeverwaarloosdenhebbenverwaarloosdto neglect
verwarmenverwarmdeverwarmdenhebbenverwarmdto heat, to warm
verwarrenverwardeverwardenhebbenverwardto confuse
verwekkenverwekteverwektenhebbenverwektto beget, to procreate
verwerpenverwierpverwierpenhebbenverworpento reject
verwijtenverweetverwetenhebbenverwetento blame
verwisselenverwisseldeverwisseldenhebbenverwisseldto (ex)change
verwonderenverwonderdeverwonderdenhebbenverwonderdto marvel, to amaze
verzinkenverzonkverzonkenzijnverzonkento sink; to galvanise
verzinnenverzonverzonnenhebbenverzonnento make up, to invent
verzoekenverzochtverzochtenhebbenverzochtto request
verzoenenverzoendeverzoendenhebbenverzoendto reconcile
verzwakkenverzwakteverzwaktenhebbenverzwaktto weaken
verzwijgenverzweegverzwegenhebbenverzwegento conceal, to hold back
vissenvistevistenhebbengevistto fish
vloeienvloeidevloeidenhebbengevloeidto flow
vloekenvloektevloektenhebbengevloektto swear, to curse
voedenvoeddevoeddenhebbengevoedto feed
volhoudenhield volhielden volhebbenvolgehoudento persist
volmakenvolmaaktevolmaaktenhebbenvolmaaktto perfect
volmakenmaakte volmaakten volhebbenvolgemaaktto fill, to complete
voltooienvoltooidevoltooidenhebbenvoltooidto complete, to finish
voltrekkenvoltrokvoltrokkenhebbenvoltrokkento execute, to solemnise
voorgaanging voorgingen voorzijnvoorgegaanto precede; to lead
voorleggenlegde voorlegden voorhebbenvoorgelegdto submit, to propose
voorlezenlas voorlazen voorhebbenvoorgelezento read aloud
voornemennam voornamen voorhebbenvoorgenomento intent
voorschrijvenschreef voorschreven voorhebbenvoorgeschrevento prescribe; to dictate
voorspellenvoorspeldevoorspeldenhebbenvoorspeldto predict
voortbrengenbracht voortbrachten voorthebbenvoorgebrachtto bring forth, to produce
voortkomenkwam voortkwamen voortzijnvoortgekomento emerge, to derive
voortvloeienvloeide voortvloeiden voortzijnvoortgevloeidto arise
voortzettenzette voortzetten voorthebbenvoortgezetto continue
vorderenvorderdevorderdenhebben / zijngevorderdto advance
vretenvratvratenhebbengevretento gnaw, to hog
vriezenvroorvrorenhebbengevrorento freeze
vrijenvrijde / vreevrijden / vreeënhebbengevrijd / gevreeënto make out, to make love
Wwaarderenwaardeerdewaardeerdenhebbengewaardeerdto appreciate
wakenwaaktewaaktenhebbengewaaktto wake, to watch
wankelenwankeldewankeldenhebbengewankeldto falter
wapenenwapendewapendenhebbengewapendto arm
wapperenwapperdewapperdenhebbengewapperdto fan
weergevengaf weergaven weerhebbenweergegevento view, to represent
weerhoudenweerhieldweerhieldenhebbenweerhoudento withhold
weerklinkenweerklonkweerklonkenhebbenweerklonkento resound, to reecho
weerspiegelenweerspiegeldeweerspiegeldenhebbenweerspiegeldto reflect, to mirror
wegenwoogwogenhebbengewogento weigh
weghalenhaalde weghaalden weghebbenweggehaaldto remove
weglopenliep wegliepen wegzijnweggelopento walk/run away
wegnemennam wegnamen weghebbenweggenomento take away, to remove
wenenweendeweendenhebbengeweendto weep
wenkenwenktewenktenhebbengewenktto motion, to beckon
werenweerdeweerdenhebbengeweerdto keep out, to avert
wiegenwiegdewiegdenhebbengewiegdto rock, to lull, to cradle
wijdenwijddewijddenhebbengewijdto dedicate
wijkenweekwekenzijngewekento give in
wijtenwijttewijttenhebbengewijtto blame
wijzigenwijzigdewijzigdenhebbengewijzigdto alter, to modify
wikkelenwikkeldewikkeldenhebbengewikkeldto wrap
wippenwiptewiptenhebbengewiptto seesaw; to fuck
woedenwoeddewoeddenhebbengewoedto rage
worstelenworsteldeworsteldenhebbengeworsteldto wrestle
wringenwrongwrongenhebbengewrongento wring
wuivenwuifdewuifdenhebbengewuifdto wave
Zzaaienzaaidezaaidenhebbengezaaidto sow
zeurenzeurdezeurdenhebbengezeurdto whine, to nag
zinkenzonkzonkenzijngezonkento sink
zoemenzoemdezoemdenhebbengezoemdto buzz
zoenenzoendezoendenhebbengezoendto kiss
zuigenzoogzogenhebbengezogento suck
zwellenzwolzwollenzijngezwollento swell
zwerenzweerde / zwoerzweerden / zwoerenhebbengezweerd / gezworento swear, to vow
zwerenzwoerzwoerenhebbengezworento ulcerate, to be infected
zwervenzwierfzwiervenhebbengezworvento roam, to wander
zwetenzweettezweettenhebbengezweetto sweat
zwevenzweefdezweefdenhebbengezweefdto float, to hover