Voorbereiding L2 Les 9

Opdracht 1

In het tekstboek vind je de woordenlijsten vanaf p. 170.

Kun je de woordenschat niet in Quizlet bekijken? Probeer Knowt.

Opdracht 2

Ga naar pagina 108 van het tekstboek en maak opdrachten 1a en 1b. Luister naar Tracks 57 t/m 61. Vind je luisteren moeilijk? Dan kun je ook het transcript meelezen.

Klaar? Zie de oplossingen hier. Download alle tracks van hoofdstuk 12 hier.

Opdracht 3

Ga naar pagina 110 van het tekstboek en maak opdracht 3. Luister naar Tracks 62 t/m 65. Vind je luisteren moeilijk? Dan kun je ook het transcript meelezen.

Klaar? Zie de oplossingen hier.

Herhaling L2 Les 8

Opdracht 1

Welke zinnen gebruik je om te waarschuwen? Welke zinnen gebruik je als je hulp nodig hebt? Welke zinnen gebruiken hulpverleners? Zijn ze om het slachtoffer of de hulpverleners te helpen? Sleep de zinnen naar de juiste categorie.

Opdracht 2

In welke zinnen is 'toen' een adverbium? In welke zinnen is 'toen' een conjunctie (verb kicker)? Sleep de zinnen naar de juiste categorie

Opdracht 3

Lees de situatie. Kun je hier beter perfectum of imperfectum gebruiken? Sleep de zinnen naar de juiste categorie.

Opdracht 4

Opdracht 5

Lees de instructies en schrijf een tekst. E-mail de tekst naar je docenten.

Je hebt vandaag 112 gebeld. Je hebt om de politie gevraagd. Je hebt een gevaarlijk en eng incident gezien. De politie is gekomen en heeft gevraagd om een beschrijving van het incident. 

Beschrijf het incident. Geef bijvoorbeeld antwoord op de volgende vragen:

  • Wat is er gebeurd?

  • Wat was de oorzaak? Waarom gebeurde het?

  • Met wie gebeurde het? Hoe zagen de personen eruit?

  • Waren er slachtoffers?

  • Waar gebeurde het?

  • Wanneer gebeurde het?

  • Hoe laat gebeurde het?

  • Kun je belangrijke details noemen?

Gebruik perfectumvormen en imperfectumvormen. Schrijf minimaal 8 zinnen.

Je mag zelf een incident bedenken, maar je mag ook één van de onderstaande plaatjes gebruiken.