Woordenschat
Je krijgt van de docent een nummer. Zoek hieronder jouw nummer.
Je krijgt allemaal 6 of 7 doosjes met daarin woorden uit de vorige levels.je kiest allereerst één van de woorden uit. Je omschrijft het woord aan je medecursisten, maar je noemt het woord zelf niet. Je mag zoveel zinnen zeggen als je wilt. Blijf omschrijven – probeer het op een andere manier als niemand het snapt.
Als één van jouw medecursisten het raadt, krijgen zowel jij als die cursist een punt.
Raadt niemand het? Vertel wat het woord was. Weet iedereen nog wat het betekent? Ga dan door naar het volgende woord. Is het onduidelijk? Zoek het op of vraag het aan de docent.