In deze oefening moet je verschillende functies van zou inzetten.
Staat er op het kaartje Advies? Maak dan een advies met zou.
Staat er Andere werkelijkheid? Omschrijf dan een andere werkelijkheid.
Voorbeeld
Beleefde vraag: jouw boek lenen → Zou ik misschien jouw boek mogen lenen? // Zou ik misschien jouw boek kunnen lenen?