structuurwoorden
opdracht 1
Zet de woorden in de goede categorie.
opdracht 2
Wat voor soort zin past hier: een hoofdzin, een hoofdzin met inversie en/of een bijzin?
Zet de woorden in de goede categorie.
Wat voor soort zin past hier: een hoofdzin, een hoofdzin met inversie en/of een bijzin?