zou jij de notulen voor de vergadering kunnen maken?
Je krijgt een functie van ‘zou’ en een paar woorden. Maak een zin met de juiste constructie.
Voorbeeld
(Beleefde vraag / vergadering - notulen maken) >Zou jij de notulen voor de vergadering kunnen maken?
(Alternatieve werkelijkheid / vloeiend Nederlands spreken - nooit meer huiswerk hoeven maken) > Als ik al vloeiend Nederlands zou spreken, zou ik nooit meer huiswerk hoeven maken / Als ik al vloeiend Nederlands sprak, hoefde ik nooit meer huiswerk te maken.