Je krijgt een wiel met een begin van een zin. Soms lijkt de zin al af, maar je kunt altijd nog een infinitief toevoegen. Bedenk: moet dat met of zonder 'te'?
Voorbeeld
A: Jullie blijven...
B: Jullie blijven kletsen.
B: Die mannen zitten daar sinds 17.00 vanmiddag....
A: Die mannen zitten daar sinds 17.00 vanmiddag te kletsen.